De conjunctie

[hilye]

ALS EN WANNEER
'Als' en ' 'wanneer' betekenen hetzelfde; 'op het moment dat'.
'Wanneer' gebruik je vooral in schrijftaal.
Ze introduceren een bijzin en de werkwoord staan in het presens of het voltooidetijd.
Bijv:
Als ik na een lange wandeling thuiskom, staat er nog een halve afhaalmaaltijd in de koelkast.
Ik vraag het pinpasje van mijn man, als ik rood sta.
Wanneer de laatste mensen vertrokken zijn, ga ik naar huis.
Ik neem boordjes en drinken mee, wanneer ik naar het strand ga.


OMDAT EN WANT
'omdat' en 'want' hebben dezelfde betekenis.Er is wel verschil in gebruik.
-Na 'want' staat de personsvorm op de tweede plaats en na 'omdat' aan het einde van de zin.
-Een vraag met ' waarom' kan alleen worden beantwoord met een zin met 'omdat' en niet met 'want'.
-Een bijzin die begint met 'omdat' kan voor de hoofdzin staan.
Bijv:
Het was mijn lievelingsliedje, want ik vond die slak zo zielig.
Het was mijn lievelingsliedje, omdat ik de slak zo zielig vond.
Waarom ben je zo laat? Omdat mijn fiets kapot was.
Omdat ik niet genoeg geld had voor de bus, ben ik gaan lopen.


TOEN EN DAN
'toen' en 'dan' betekenen hetzelfde; op dat moment.
Je gebruikt 'toen' met een verledentijd en 'dan' met een presens.
Bijv:
Dan halen we herinneringen op aan Turkije.
Ik probeer dan mijn zin te krijgen.
De ouders van mijn vrouw zien we iedere week, want dan zijn de kinderen bij hen.
Toen mocht ik een dag geen tv kijken.
Mijn vader kon toen niet weg.
Hij mocht toen alleen naar klassieke muziek luisteren.


Bunlari burda bir dil okuluna gidenler yada bu tur seyleri karistiranlar icin yazdim.