Revu Mide eksimesinin verdigi(iltihap)lasma refluxziekte

Bu baslik Latinda Bilmediginiz Kelime ve Cumleleri SOrabilirsiniz

Moderatör: sansli

Cevapla
arar_55
Gonullu
Gonullu
Mesajlar: 1400
Kayıt: 24 Eki 2007, 20:58

Revu Mide eksimesinin verdigi(iltihap)lasma refluxziekte

Mesaj gönderen arar_55 »

http://www.geneesmiddelenrepertorium.nl ... etten.html

Midesi Agriyan kisilerde asiri mide eksimesi asitinin verdigi mide ve hirtlak arasi iltihaplasma(Hirtlak kasintisi)Hickiriklasma Nefes darligi , Normal nefes alip verememe alamama bellirtileri karin sisligi ki bu gibi sikayetlerde!! doktorunuzdan bilgi aliniz turkiyemizde doktorlar daha iyi tedavi yondemi uygularlar burda ise arastirma sonucu verilmesi olup olmadigina ilgi duyulmasi halinde veriliyor yoksa hastalik devam eder!!!!!!!!!!!Asiri griplesme gibi gozukmekde holandada dikkatli olalim mide sikayetlerinde gerekli tedaviyi isdeyiniz yada bunu kopye edip kan tahlili isdeyiniz!!!!!!



Gastro-oesofageale refluxziekte (revu hastaliginin ismi) mide ulseri
bakteri mikrobu adi ( Helicobacter pylori )

Home Repertorium Zoeken Over ons Contact
Onderzoek
Om de professionaliteit van onze website te kunnen blijven garanderen vragen wij naar het volgende:

Op welke manier gebruikt u het geneesmiddelenrepertorium?

Consument, Professioneel

Gebruikt u onze site:

Dagelijks, 1-3x per week, 1-3x per maand, Zelden

Helpt het geneesmiddelenrepertorium u te vinden wat u zoekt?

Ja, Nee

Indien u op de hoogte wilt worden gehouden rondom de ontwikkelingen van het geneesmiddelenrepertorium, vul dan uw e-mail adres in.

E-mail adres: (indien wenselijk)




--------------------------------------------------------------------------------

Nexium®, tabletten
Astra Zeneca
A2B2

02.00 Kwalitatieve en kwantitatieve samenstelling
Elke tablet bevat 20 mg of 40 mg esomeprazol (als magnesium trihydraat). Zie ook 6.1 'Lijst van hulpstoffen'.

03.00 Farmaceutische vorm
Maagsapresistente tabletten: Nexium 20: een lichtroze, ovale, biconvexe, filmomhulde tablet, met aan de ene kant '20 mg' en aan de andere kant merkteken'. Nexium 40: een roze, ovale, biconvexe, filmomhulde tablet, met aan de ene kant '40 mg' en aan de andere kant merkteken'.

04.00 Klinische gegevens
04.01 Therapeutische indicaties
Nexium is geïndiceerd bij:

Gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ)

- behandeling van erosieve refluxoesofagitis;

- onderhoudsbehandeling van genezen oesofagitispatiënten ter voorkoming van recidieven;

- behandeling van symptomen van gastro-oesofageale reflux.

Eradicatie van Helicobacter pylori in combinatie met geschikte antibiotica

- ter genezing van een met Helicobacter pylori geassocieerd ulcus duodeni;

- ter voorkoming van recidieven van met Helicobacter pylori geassocieerde peptische ulcera.

Patienten die een voortdurende behandeling met NSAID's nodig hebben

- genezing van NSAID-geassocieerde gastrische ulcera

- preventie van NSAID-geassocieerde gastro-duodenale ulcera bij risicopatienten

Behandeling van het zollinger-ellisonsyndroom: De aanbevolen startdosering is tweemaal daags 40 mg Nexium. Daarna dient de dosering individueel te worden aangepast en de behandeling te worden voortgezet zolang dat klinisch noodzakelijk is. Op basis van de beschikbare klinische gegevens, kan de meerderheid van de patienten onder controle worden gebracht met doses tussen 80 en 160 mg esomeprazal per dag. Bij doses van meer dan 80 mg per dag dient de dosering verdeeld te worden en tweemaal daags te worden toegediend.

Kinderen onder de twaalf jaar: Nexium dient vanwege de beperkte wervaring vooralsnog niet bij kinderen onder de twaalf jaar te worden toegepast.

Verminderde nierfunctie: Bij patienten met een mild tot matig gestoorde leverfunctie is aanpassing van de dosering niet nodig. Bij patienten met een ernstiog gestoorde leverfunctie dient een maximale dosering van 20 mg niet overschreden te worden. (zie 5.2.)

Ouderen: Bij ouderen is aanpassing van de dosering niet nodig.


04.02 Dosering en wijze van toediening
De tabletten zonder kauwen of fijnmalen met een glas (leiding) water innemen. Voor patienten met slikproblemen kunnen de tabletten ook gedispergeerd worden in een half glas (leiding)water. Andere vloeistoffen mogen niet gebruikt worden, omdat het beschermlaagje rondom de korrels kan worden opgelost. Roer de tabletten totdat deze uiteenvallen en drink de vloeistof met de korrels binnen 30 minuten op. Spoel het glas na met een half glas water en drink dit op. De korrels mogen niet gekauwd of fijngemalen worden. Voor patienten die niet kunnen slikken, kunnen de tabletten na dispergeren in (leiding)water worden toegediend via een sonde. Het is belangrijk dat de geschiktheid van de geselecteerde spuit en sonde zorgvuldig worden getest. Voor bereidings- en toedieningsinstructies zie 6.6.

Volwassenen en jongvolwassenen vanaf twaalf jaar

Gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ)

- Behandeling van erosieve refluxoesofagitis: Eenmaal daags 40 mg gedurende 4 weken. Bij patiënten die dan niet zijn genezen of die nog aanhoudende klachten hebben, wordt een 4-weekse vervolgtherapie aanbevolen.

- Onderhoudsbehandeling ter voorkoming van recidieven: Eenmaal daags 20 mg.

- Behandeling van symptomen van gastro-oesofageale reflux: Eenmaal daags 20 mg bij patiënten zonder oesofagitis. Als de klachten niet binnen 4 weken onder controle zijn, dient de patiënt nader onderzocht te worden. Wanneer de klachten verdwenen zijn, kunnen vervolgens terugkerende klachten onder controle gehouden worden, door eenmaal daags 20 mg in te nemen. Bij volwassenen kan zo nodig ('on demand') eenmaal daags 20 mg worden ingenomen. Bij patienten die met NSAID's worden behandeld en een risico hebben op het ontwikkelen van gastrische en duodenale ulcera, wordt het gebruik van zo nodig ('on demand') voor het onder controle houden van de symptomen, niet aanbevolen.

Volwassenen

Eradicatie van Helicobacter pylori in combinatie met geschikte antibiotica

- ter genezing van een met Helicobacter pylori geassocieerd ulcus duodeni; en ter voorkoming van recidieven van met Helicobacter pylori geassocieerde peptische ulcera: Tweemaal daags gedurende 7 dagen: 1 tablet Nexium 20 plus 1000 mg amoxicilline plus 500 mg claritromycine.

Patienten die een voortdurende behandeling met NSAID's nodig hebben

Genezing van NSAID-geassocieerde gastrische ulcera: de gebruikelijke dosering is eenmaal daags 20 mg. De duur van de behandeling is 4-8 weken.

Preventie van NSAID-geassocieerde gastro-duodenale ulcera bij risicopatienten: eenmaal daags 20 mg.

Behandeling van het zollinger-ellisonsyndroom

Kinderen onder de twaalf jaar

Nexium dient vanwege de beperkte ervaring vooralsnog niet bij kinderen te worden toegepast.

Verminderde nierfunctie: Bij patiënten met een verminderde nierfunctie is aanpassing van de dosering niet nodig. Patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie dienen, vanwege de beperkte ervaring, met voorzichtigheid te worden behandeld (zie ook 5.2 "Farmacokinetische eigenschappen").

Verminderde leverfunctie: Bij patiënten met een mild tot matig gestoorde leverfunctie is aanpassing van de dosering niet nodig. Bij patiënten met een ernstig gestoorde leverfunctie dient een maximale dosering van 20 mg niet overschreden te worden (zie ook 5.2 "Farmacokinetische eigenschappen").

Ouderen: Bij ouderen is aanpassing van de dosering niet nodig.


04.03 Contra-indicaties
Bekende overgevoeligheid voor esomeprazol, gesubstitueerde benzimidazolen of een van de hulpstoffen van het product. Esomeprazol mag, net als andere protonpompremmers, niet met atazanavir worden gegeven (zie ook 4.5.).

04.04 Speciale waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik
Bij alarmsymptomen (zoals bijvoorbeeld fors en onbedoeld gewichtsverlies, veelvuldig braken, dysfagie, haematemesis of melaena) en bij een vermoed of aanwezig ulcus ventriculi, moet een maligne aandoening worden uitgesloten. Behandeling met Nexium kan namelijk de klachten verlichten en de diagnose mogelijk vertragen. Patiënten op onderhoudsbehandeling met Nexium (met name langer dan 1 jaar) moeten met enige regelmaat worden gevolgd. Patiënten die esomeprazol zo nodig ('on demand') gebruiken, moet worden aangeraden contact op te nemen met hun arts, indien de aard van hun klachten verandert. Wanneer esomeprazol als zo nodig ('on demand) behandeling wordt voorgeschreven, moet men rekening houden met interacties met andere geneesmiddelen, omdat bij zo nodig ('on demand') behandeling de plasmaconcentratie van esomeprazol kan fluctueren (zie ook 4.5.). Wanneer esomeprazol wordt voorgeschreven voor de eradicatie van Helicobacter pylori moet men met mogelijke interacties met de antibiotica van de tripletherapie rekening houden. Claritromycine geeft een krachtige inhibitie van cytochroom P450 (CYP) 3A4; men moet derhalve rekening houden met de contra-indicaties en interacties van claritromycine, wanneer de tripletherapie wordt toegepast bij patiënten die tegelijkertijd andere geneesmiddelen gebruiken die via CYP 3A4 gemetaboliseerd worden, zoals bijvoorbeeld cisapride. Dit geneesmiddel bevat sucrose. Patiënten met de zeldzame erfelijke ziekten fructose-intolerantie, glucose-galactose malabsorptie of sucrase-isomaltase insufficiëntie wordt afgeraden dit geneesmiddel te gebruiken.

04.05 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Effect van esomeprazol op de farmacokinetiek van andere geneesmiddelen: Vanwege de verminderde hoeveelheid zuur in de maag door behandeling met Nexium, kan de absorptie van geneesmiddelen waarbij de absorptie afhankelijk is van de pH in de maag toe- of afnemen. Net als bij andere maagzuurremmers of antacida betekent dit, dat de absorptie van ketoconazol en itraconazol verminderd kan zijn tijdens gelijktijdige behandeling met Nexium. Esomeprazol inhibeert CYP 2C19, het belangrijkste enzym in het metabolisme van esomeprazol. Dit betekent dat wanneer esomeprazol wordt gecombineerd met andere middelen die eveneens via CYP 2C19 worden afgebroken, zoals diazepam, citalopram, imipramine, clomipramine, fenytoïne, etc, de plasmaconcentraties van deze middelen kunnen toenemen. Een verlaging van de dosering kan dan nodig zijn. Hiermee moet met name bij zo nodig ('on demand') behandeling rekening worden gehouden. Gelijktijdige toediening van 30 mg esomeprazol met diazepam leidde tot een afname van 45% van de diazepamklaring door CYP 2C19. Gelijktijdige toediening van 40 mg esomeprazol en fenytoïne resulteerde in een verhoging van de dal-plasmaspiegels van fenytoïne met 13% bij epileptische patiënten. Het wordt aangeraden de plasmaspiegels van fenytoïne te controleren wanneer met de behandeling met esomeprazol wordt begonnen of gestopt. In een klinische studie liet gelijktijdige toediening van 40 mg esomeprazol en warfarine zien dat de coagulatietijden binnen acceptabele grenzen vielen. Echter, sinds het op de markt is, werden enkele geisoleerde gevallen van klinisch significant verhoogd INR gemeld bij gelijktijdige toediening. Het wordt daarom aanbevolen om patienten, bij het initieren en beeindigen van gelijktijdige toediening van esomeprazol gedurende behandeling met warfarine of andere coumarine derivaten , nauwlettend te volgen. Bij gezonde vrijwilligers veroorzaakte gelijktijdige toediening van 40 mg esomeprazol en cisapride een verhoging van de 'oppervlakte onder de plasmaconcentratie-tijd-curve' (AUC) van cisapride van 32% en een toename van 31% van de eliminatiewaarde (t½), maar geen significante verhoging van de piek-plasmaspiegels van cisapride. De geringe verlenging van het QTc-interval, die gezien werd na toediening van enkel cisapride, werd niet verder verlengd wanneer cisapride in combinatie met esomeprazol werd gegeven (zie ook 4.4.). Gelijktijdige toediening van omeprazol (40 mg eenmaal daags) met atazanavir 300 mg/ritonavir 100 mg aan gezonde vrijwilligers had een aanzienlijke vermiondering van de AUC van atazanavir tot gevolg (ongeveer 75% vermindering in AUC, C max en C min ). Verhoging van de atazanavir dosering naar 400 mg compenseerde niet voor het effect van omeprazol op de AUC van atazanavir. Protonpompremmers, incl. esomeprazol, mogen niet gelijktijdig met atazanavir worden toegediend. (zie 4.3.). Voor esomeprazol is aangetoond dat het geen klinisch relevant effect heeft op de farmacokinetiek van amoxicilline of kinidine. Gedurende korte termijn studies waarin de gelijktijdige toediening van esomeprazol met of naproxen of rofecoxib werd bekeken, konden geen enkele klinische relevante farmacokinetische interacties worden vastgesteld.

Effecten van andere geneesmiddelen op de farmacokinetiek van esomeprazol: Esomeprazol wordt omgezet door CYP 2C19 en CYP 3A4. Gelijktijdige toediening van esomeprazol en het CYP 3A4-inhiberende claritromycine (tweemaal daags 500 mg) leidde tot een verdubbeling van de AUC van esomeprazol. Aanpassing van de dosering esomeprazol is echter niet nodig.

04.06 Gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding
Er zijn onvoldoende gegevens over Nexium tijdens de zwangerschap. Voor het racemisch megsel omeprazol zijn er gegevens, afkomstig uit epidemiologische studies, over een groot aantal blootgestelde zwangerschappen. Deze gaven geen aanwijzingen voor misvorming of foetotoxische effecten. Tijdens dierstudies zijn geen aanwijzingen gevonden voor directe of indirecte schadelijke effecten met betrekking tot de embryonale/foetale ontwikkeling. Directe of indirecte schadelijke effecten op zwangerschap, bevalling of postnatale ontwikkeling zijn niet gezien in dierstudies met het racemisch mengsel (omeprazol). Bij het voorschrijven van Nexium aan zwangere vrouwen moet voorzichtigheid in acht worden genomen. Het is niet bekend of esomeprazol in de moedermelk wordt uitgescheiden. Er zijn geen studies uitgevoerd bij vrouwen die borstvoeding geven. Nexium dient daarom niet te worden gebruikt gedurende de periode waarin borstvoeding wordt gegeven.

04.07 Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken
Er is geen effect waargenomen.

04.08 Bijwerkingen
De navolgende (vermoedelijke) bijwerkingen zijn gerapporteerd gedurende het klinisch onderzoeksprogramma voor esomeprazol. Geen enkele bijwerking bleek dosisgerelateerd. De bijwerkingen zijn ingedeeld naar frequentie (vaak > 1/100, <1/10; soms >1/1.000, <1/100; zelden >1/10.000, <1/1.000; zeer zelden <1/10.000).

Bloed-en lymfestelselaandoeningen: Zelden: leukopenie, trombocytopenie; Zeer zelden: agranulocytose, pancytopenie.

Immuunsysteemaandoeningen: Zelden: overgevoeligheidsreacties waaronder koorts, angio-oedeem en anafylactische reactie/shock.

Voedings-en stofwisselingsstoornissen: Soms: perifeer oedeem; Zelden: hyponatriemie.

Psychische stoornissen: Soms: slapeloosheid; Zelden: onrust, verwardheid, depressie; Zeer zelden: agressie, hallucinaties.

Zenuwstelselaandoeningen: Vaak: hoofdpijn; Soms: duizeligheid, paresthesieen, slaperigheid; Zelden: smaakstoornis.

Oogaandoeningen: Soms: visusstoornis.

Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen: Soms: vertigo

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Zelden:bronchospasmen

Maagdarmstelselaandoeningen: Vaak: abdominale pijn, obstipatie, diarree, flatulentie, misselijkheid/braken; Soms: droge mond; Zelden: stomatitis, gastro-intestinale candidiasis

Lever- en galaandoeningen: Soms: toename in leverenzymen; Zelden: hepatitis met of zonder geelzucht; Zeer zelden: leverinsufficientie, encefalopathie bij patienten met een al bestaande leverziekte.

Huid- en onderhuidaandoeningen: Soms: dermatitis, pruritis, huiduitslag, urticaria; Zelden: alopecia, fotosensibiliteit; Zeer zelden: Erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom,toxische epidermale necrolyse (TEN)

Bot-, skeletspierstelsel-, en bindweefselaandoeningen: Zelden: gewrichtspijn, myalgie; Zeer zelden: spierzwakte

Nier- en urinewegaandoeningen: Zeer zelden: interstitiele nefritis

Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen: Zeer zelden: gynaecomastie

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Zelden: malaise, toegenomen transpiratie


04.09 Overdosering
Er is een zeer beperkte ervaring met betrekking tot opzettelijke overdosering. De symptomen, beschreven bij een opzettelijke overdosering met 280 mg esomeprazol, waren gastro-intestinale symptomen en gevoel van zwakte. Eenmalige doseringen van 80 mg esomeprazol verliepen zonder nadelige gevolgen. Er is geen specifiek antidotum bekend. Esomeprazol heeft een hoge plasma-eiwitbinding en kan daarom niet gedialyseerd worden. Zoals in alle gevallen van overdosering, is de behandeling van overdosering ondersteunend en symptomatisch.

05.00 Farmacologische eigenschappen
05.01 Farmacodynamische eigenschappen
Pharmacotherapeutische groep: protonpompremmer; ATC Code: A02B C05. Esomeprazol is de S-isomeer van omeprazol en remt de maagzuursecretie door een specifiek werkingsmechanisme. Het is een specifieke remmer van de zuurpomp in de pariëtale cel. De R- en de S-isomeer van omeprazol hebben vergelijkbare farmacodynamische activiteit.

Werkingsmechanisme en plaats van werking: Esomeprazol is een zwakke base en wordt geconcentreerd en omgezet tot de actieve vorm in het sterk zure milieu van de secretoire canaliculi van de pariëtale cel, waar het enzym H+/K+-ATPase (de zuurpomp) wordt geremd. Esomeprazol remt zowel de basale als de gestimuleerde maagzuursecretie.

Effect op de maagzuursecretie: Na orale toediening van 20 mg en 40 mg esomeprazol treedt effect binnen een uur op. De gemiddelde piek-zuurproductie na pentagastrinestimulatie daalde met 90%, wanneer na herhaalde toediening gedurende 5 dagen van eenmaal daags 20 mg esomeprazol, werd gemeten op dag vijf 6-7 uur na dosering. Na 5 dagen orale dosering van 20 en 40 mg esomeprazol, werd de pH in de maag gedurende gemiddeld 13 resp. 17 van de 24 uur boven de 4 gehouden bij patiënten met symptomatische refluxziekte. 20 mg esomeprazol houdt bij respectievelijk 76%, 54% en 24% van de patiënten gedurende minimaal 8, 12 en 16 van de 24 uur de pH boven de 4. De overeenkomstige percentages voor 40 mg esomeprazol zijn 97%, 92% en 56%. Gebruik makend van de AUC als surrogaat parameter voor de plasmaconcentratie, is een relatie met de remming van de maagzuursecretie aangetoond.

Therapeutische effecten van zuurremming: Esomeprazol 40 mg geneest ongeveer 78% van de patiënten met reflux oesofagitis na 4 weken en 93% na 8 weken. Een behandeling van een week met tweemaal daags 20 mg esomeprazol en geschikte antibiotica leidt bij ongeveer 90% van de patiënten tot een succesvolle eradicatie van Helicobacter pylori. Na een week eradicatiebehandeling is geen verdere behandeling met een maagzuurremmer (monotherapie) nodig voor een effectieve genezing van het ulcus en voor symptoombestrijding in geval van een ongecompliceerd ulcus duodeni.

Andere effecten van zuurremming: Tijdens behandeling met maagzuurremmende middelen stijgt de serumgastrinespiegel als reactie op de verminderde zuursecretie. Bij enkele patiënten op onderhoudsbehandeling met esomeprazol is een toename van het aantal ECL cellen gezien, hetgeen mogelijk samenhangt met de toegenomen serumgastrinespiegel. Tijdens onderhoudsbehandeling met maagzuurremmende middelen is een iets verhoogde frequentie van maagkliercysten gerapporteerd. Deze zijn goedaardig, lijken reversibel en zijn een fysiologisch gevolg van sterke zuurremming.In twee direct vergelijkende studies met rantidine ia aangetoond dat Nexium een beter effect heeft op de genezing van gastrische ulcera bij patienten die NSAID's, inclusief COX-2 selectieve NSAID's gebruikten. In twee placebo gecontroleerde studies is aangetoond dat Nexium een beter effect heeft op de preventie van gastro-duodenale ulcera bij patienten (leeftijd >60 en/of met een ulcus in de voorgeschiedenis), die NSAID's, inclusief COX-2 selectieve NSAID's, gebruikten.

05.02 Farmacokinetische eigenschappen
Absorptie en distributie: Esomeprazol is zuurlabiel en wordt daarom oraal toegediend als granules met maagsapresistente coating in een tablet. In vivo conversie naar de R-isomeer is verwaarloosbaar. Esomeprazol wordt snel geabsorbeerd; de piek-plasmaspiegel treedt ongeveer 1-2 uur na toediening op. De absolute biologische beschikbaarheid is 64% na enkelvoudige dosering van 40 mg esomeprazol en neemt toe tot 89% na herhaalde, eenmaal daagse toediening. Voor 20 mg esomeprazol zijn de overeenkomstige waarden respectievelijk 50% en 68%. Het schijnbare verdelingsvolume tijdens steady-state is bij gezonde proefpersonen ongeveer 0,22 l/kg lichaamsgewicht. Esomeprazol is voor 97% aan plasma-eiwit gebonden. Hoewel voedselinname de absorptie van esomeprazol vertraagt en vermindert, heeft dit geen significante invloed op het effect van esomeprazol op de zuurgraad in de maag.

Metabolisme en uitscheiding: Esomeprazol wordt volledig gemetaboliseerd door het cytochroom P450 systeem (CYP). Het grootste gedeelte van het metabolisme is afhankelijk van het polymorfe enzym CYP 2C19, dat verantwoordelijk is voor de vorming van de hydroxy- en demethylmetabolieten van esomeprazol. Het resterende gedeelte is afhankelijk van een ander specifiek iso-enzym, CYP 3A4, dat verantwoordelijk is voor de vorming van esomeprazolsulfon, de voornaamste metaboliet in het plasma.

De hieronder vermelde parameters zijn voornamelijk representatief voor de farmacokinetiek van individuen met een goed functionerend CYP 2C19 enzym, de zogenaamde 'extensive metabolisers'. De totale plasmaklaring is ongeveer 17 l/uur na een enkelvoudige dosering en 9 l/uur na herhaalde dosering. De plasma-eliminatie halfwaardetijd is ongeveer 1,3 uur na herhaalde, eenmaal daagse toediening. De AUC neemt toe na herhaalde toediening van esomeprazol. Deze toename is dosis-afhankelijk en leidt tot een niet-lineaire dosis-AUC verhouding na herhaalde toediening. Deze tijds- en dosisafhankelijkheid is het gevolg van de afname van het first-pass-metabolisme en de systemische klaring, vermoedelijk veroorzaakt door een inhibitie van het CYP 2C19 enzym door esomeprazol en/of de sulfonmetaboliet. Bij eenmaal daagse dosering wordt esomeprazol tussen de doseringsintervallen volledig uit het plasma geëlimineerd, zonder enige neiging tot accumulatie. De voornaamste metabolieten van esomeprazol hebben geen effect op de maagzuursecretie. Ongeveer 80% van een orale dosering esomeprazol wordt als metaboliet in de urine uitgescheiden en het resterende deel met de faeces. Minder dan 1% esomeprazol wordt onveranderd via de urine uitgescheiden.

Speciale patiëntenpopulaties: Ongeveer 2,9 ±1,5% van de populatie mist een functioneel CYP 2C19 enzym, de zogenaamde 'poor metabolisers'. Bij deze individuen vindt het metabolisme vermoedelijk hoofdzakelijk plaats via CYP 3A4. Na herhaalde eenmaal daagse toediening van 40 mg esomeprazol was de gemiddelde AUC ongeveer 100% hoger bij 'poor metabolisers' dan bij diegenen met een goed functionerend CYP 2C19 enzym. De gemiddelde plasmaconcentraties waren met ongeveer 60% toegenomen. Deze bevindingen hebben geen gevolgen voor de dosering van esomeprazol. Bij oudere personen (71-80 jaar) is het metabolisme van esomeprazol niet wezenlijk veranderd. Na een enkelvoudige dosering van 40 mg esomeprazol is de gemiddelde AUC bij vrouwen ongeveer 30% groter dan bij mannen. Er is echter geen verschil tussen mannen en vrouwen gezien bij herhaalde, eenmaal daagse toediening. Deze bevindingen hebben geen gevolgen voor de doseringen van esomeprazol.

Verminderd orgaanfunctioneren: Bij patiënten met milde tot matige leverfunctiestoornissen kan het metabolisme van esomeprazol verminderd zijn. Bij patiënten met ernstige leverfunctiestoornissen is het metabolisme vertraagd, hetgeen leidt tot een verdubbeling van de AUC van esomeprazol. Derhalve mag bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis een maximale dosering van 20 mg niet worden overschreden. Esomeprazol of haar voornaamste metabolieten vertonen geen enkele neiging tot accumulatie bij een eenmaal daagse dosering. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie zijn geen studies uitgevoerd. Omdat de nier verantwoordelijk is voor de uitscheiding van de metabolieten van esomeprazol, maar niet voor de eliminatie van de moederverbinding, zal het metabolisme van esomeprazol naar verwachting niet veranderen bij patiënten met een nierfunctiestoornis.

Kinderen: Jongvolwassenen 12-18 jaar: Bij herhaalde toediening van 20 mg en 40 mg esomeprazol was de AUC en T max bij 12- tot 18-jarigen gelijk aan die bij volwassenen voor beide doseringen.

05.03 Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Preklinische brugstudies gebaseerd op conventioneel onderzoek naar herhaalde doseringstoxiciteit, genotoxiciteit en reproductietoxiciteit laten geen risico voor de mens zien. Carcinogeniteitsstudies bij ratten met het racemisch mengsel (omeprazol) hebben hyperplasie van ECL-cellen in de maag en carcinoïden aangetoond. Deze effecten in de maag van de rat zijn het gevolg van aanhoudende, sterke hypergastrinaemie, veroorzaakt door een verminderde productie van maagzuur; dit wordt pas na langdurige behandeling met maagzuurremmers waargenomen.

06.00 Farmaceutische gegevens
06.01 Lijst van hulpstoffen
Glycerolmonostearaat 40-55, hyprolose (E463), hypromellose, ijzeroxide (20 & 40 mg tablet rood-bruin; 20 mg tablet: geel)( (E172), magnesiumstearaat (E572) , methacrylzuur/ethylacrylaatcopolymeer (1:1) 30%-ige dispersie, microkristallijne cellulose (E460), synthetische paraffine, macrogol 6000, polysorbaat 80 (E433), cros-povidon, natriumstearylfumaraat, suikerbolletjes (sucrose en maïszetmeel), talk (E553b), titaniumdioxide (E171), triethylcitraat (E1505).

06.02 Gevallen van onverenigbaarheid
N.v.t.

06.03 Houdbaarheid
3 jaar; 2 jaar in klimaatzones III-IV

06.04 Speciale voorzorgsmaatregelen bij opslag
Bewaren beneden 30°C. Verpakking goed gesloten houden (flacon). Bewaren in de originele verpakking (doordrukstrip).

06.05 Aard en inhoud van de verpakking
Polyethyleen flacons met verzegelde polypropyleen schroefdop met droogmiddel. Aluminium doordrukverpakking. Nexium 20/40: flacons met 2, 5, 7, 14, 15, 28, 30, 56, 60, 100 of 140 (5x28) tabletten. Nexium 20/40: doordrukverpakkingen in een kartonnen omdoos en/of als zogeheten 'Wallet' met 3, 7, 7x1, 14, 15, 25x1, 28, 30, 50x1, 56, 60, 90, 98, 100x1 of 140 tabletten.

06.06 Gebruiksaanwijzing/verwerkingsinstructie
Toediening via een maagsonde:

1. Doe de tablet in een geschikte spuiit en vul de spuit met ongeveer 25ml water en 5 ml lucht. Voor sommige sondes is het nodig in 50 ml water te dispergeren om te voorkomen dat de pellets gaan samenklonteren in de sonde.

2. Schud om de tablet te dispergeren onmiddellijk de spuit gedurende ongeveer 2 minuten.

3. Houd de spuit met de punt naar boven en check of de pellets niet in de punt zijn gaan samenklonteren.

4. Maak de spuit vast aan de sonde terwijl de spuit in de bovenstaande positie wordt gehouden.

5. Schud de spuit en houd haar met de punt naar beneden. Spuit direct 5-10 ml in de sonde. Keer na inspuiten de spuit om en schud (de spuit moet met de punt omhoog gehouden worden om samenklontering in de punt te voorkomen).

6. Draai de spuit met de punt naar beneden en spuit direct een volgende 5-10 ml in de sonde. Herhaal deze procedure totdat de spuit leeg is.

7. Indien er nog sediment in de spuit is achtergebleven, spoel dan de spuit na door de spuit te vullen met 25ml water en 5ml lucht. Herhaal stap 5. Voor sommige sondes is 50ml water nodig.

07.00 Naam en permanent adres of officiële vestigingsplaats van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen
AstraZeneca BV, Postbus 599, 2700 AN Zoetermeer.

08.00 RVG-nummer
RVG 25387 (Nexium 20)
RVG 25388 (Nexium 40)

09.00 Datum van eerste vergunning / hernieuwing van de vergunning
6 oktober 2000/10 maart 2005

09.01 Datum van goedkeuring / herziening van de samenvatting
Laatste gedeeltelijke herziening: betreft 4.1, 4.2, 4.5 en

Cevapla

“Bilmediginiz Kelime ve Cumleler” sayfasına dön