Zamanlar

[gulnur55]

1-Simdiki Zaman;

Ik+stam

-yor + ..

Ik -um
jij/je -sun
hij/zij/het -
wij/we -uz
u/jullie -sunuz
zij/ze -lar/ler

Ik lees =okuyorum
jij leest =okuyorsun
hij leest =okuyor
wij lezen=okuyoruz
jullie lezen =okuyorsunuz
zij lezen =okuyorlar

Ik weet =biliyorum
Ik zie =goruyorum
Ik drink =iciyorum
Ik zeg=soyluyorum
Ik slaap=uyuyorum
Ik was=yikiyorum
Ik zwem=yuzuyorum

Stam+(mi)+yor+persoonsuitgangen

Ik lees niet =okumuyorum
jij leest niet =okumuyorsun
Ik wacht niet =beklemiyorum
Hij luistert niet =dinlemiyor

Soru ;

Lees ik ? = okuyormuyum ?
Lees jij ? = okuyormusun ?


2-Genis zaman;

stam+er/ir/r

Ik -im
jij/je -sin
hij/zij/het -
wij/we -iz
u/jullie -siniz
zij/ze -lar/ler


Elke dag lees ik = Her gun okurum.
Elke dag lees jij =Her gun okursun..

Ik wacht =beklerim
Ik zeg =soylerim
Ik luister =dinlerim
Ik was =yikarim
..

Ik kom niet = gelmem
Ik lees niet = okumam
jij leest niet =okumazsin
hij leest niet = okumaz
..

Soru;
Lees ik elke dag? =hergun okurmuyum ?
Lees jij elke dag ? =hergun okurmusun ?
Lees ik ? =okurmuyum ?
Kom ik? =gelirmiyim ?
Kom jij?= gelirmisin ?


3-Gecmis zaman hikayesi;

stam=r/er/ir/di

Ik -m
jij/je -n
hij/zij/het -
wij/we -dik
u/jullie -niz
zij/ze -lar/ler

Ik zei =soylerdim
jij zei=soylerdin
..

Ik zei niet =soylemezdim.
jij zei niet =soylemezdin.
..
Soru:
Zei ik ? =soylermiydim ?
Zei jij?=soylermiydin ?


4-Gelecek Zaman;

Stam+ecek/acak

Ik -im-im
jij/je -sin-sin
hij/zij/het -
wij/we -iz/iz
u/jullie -siniz/siniz
zij/ze -lar/ler

Ik zal vinden=bulacagim
jij zal vinden=bulacaksin
..

ik zal niet komen=gelmeyecegim
jij zal niet komen=gelmeyeceksin.
ik zal niet lezen=okumayacagim
..

Soru;
Zal ik schrijven ? yazacakmisim ?
Zul jij scrijven? yazacakmisin ?
Zal ik komen ? gelecekmiyim?
..

Morgen zal het weer mooi zijn.= Yarin hava guzel olacakmis
Wij zullen dat boek niet lezen.= O kitabi okumayacakmisiz.



5-Dili gecmis zaman;

stam+d/t

Ik -m
jij/je -n
hij/zij/het -
wij/we -k
u/jullie -niz
zij/ze -ler/lar

Ik kwam - ik ben gekomen =geldim.
Jij/je kwam - jij/je bent gekomen =geldin
Ik maakte - Ik heb gemaakt =yaptim
Jij/je maakte -je hebt gemaakt =yaptin

Ik kwam niet - Ik ben niet gekomen. =gelmedim.
jij kwam niet -jij bent niet gekomen =gelmedin.
Ik las niet - ik heb niet gelezen = okumadim.

Soru;
Kwam ik ? - Ben ik gekomen ? = geldim mi ?
Las ik ? =okudum mu ?
Las jij ? =okudun mu ?


6--Misli gecmis zaman

stam=mis

Ik -im
jij/je -sin
hij/zij/het -
wij/we -iz
u/jullie -siniz
zij/ze -ler/lar

Ik kwam (zei men) =gelmisim

Ik las niet (zegt men)=okumamisim.

Las ik ? =okumus muyum?


7- -Misti (misli gecmis zaman oykulemesi)

stam=misti

Ik -m
jij/je -n
hij/zij/het -
wij/we -k
u/jullie -niz
zij/ze -lar/ler

Ik had gegeten - ik at =yemistim

Ik had niet gegeten - ik at niet =yememistim.
Ik heb niet gelezen -ik las niet =okumamistim